De laatste dag in Athene dronk ik Mastiqua op het terras van het Akropolis Museum. Het terras met het mooiste uitzicht van de stad. Gek genoeg een beetje verborgen, tenminste als je geen kaartje voor het museum hebt (en hoewel het een geweldig museum is, je hoeft er niet élke dag heen). Wanneer je binnenkomt, ga je niet naar rechts naar de loketten, maar naar links naar de museumshop. Daarachter is het museumcafé, maar laat dat links liggen en neem de onopvallende lift naar de eerste verdieping. Daar kan je zo het terras oplopen. Neem daar een πορτοκαλόπιτα, een sinaasappelcake die druipt van het siroop. En drink daarbij bruiswater met mastiha.
Met wat? Vanaf de zestiende eeuw werden op het Griekse eiland Chios (en nergens anders) de gele harstranen van de mastiekboom verzameld, opgelost in alcohol of terpentijn en door kunstenaars gebruikt als vernis. Nu is het vooral bekend als smaakmaker. In de harswijn Retsina bijvoorbeeld. Of in mastiekkauwgom. Of met bruiswater. Erg lekker, naturel, met een lichte mandarijntoets, of een iets meer aanwezige citroenvariant. En als je alcohol drinkt kan ik me voorstellen dat een gin-mastiqua met ijs en een takje rozemarijn heerlijk is.
Na de cake en mastiekwater zei ik Γειά σας tegen de Akropolis en nam ik de blauwe lijn drie naar de Aerodroom. We landden om 23:15. Wegens werkzaamheden zou de laatste trein van Schiphol naar Arnhem om 23:49 vertrekken en om half twee aankomen - dus ik stond te trappelen om het vliegtuig uit te rennen. Niet omdat Greg me geen Utrechtse gastvrijheid bood, maar omdat ik mijn gezin weer wilde zien. Ida droeg al een week mijn lammetjesjas. Overal. Ze ging ermee naar school en sliep erin. Dus ik was er nogal op gebrand thuis te komen zodat ik ze vast kon pakken zodra ze wakker werden.
De vliegtuigdeuren bleven gesloten. Het cabinepersoneel liet weten dat we nog even moesten wachten tot de stroom aangesloten was, zodat ze de laatste motor uit konden zetten. Om half twaalf stroomden we de stalen buis uit (waarvan het me nog altijd verbijsterd dat we ermee door de lucht kunnen schieten) en renden we naar het treinstation. Ik was op tijd, om op de schermen te lezen dat deze laatste trein naar Utrecht uit was gevallen wegens een verstoring, zodat ik mijn aansluiting naar huis niet zou halen.
Maar ik laat me niet zomaar uit het veld slaan. Salaheddine reed ons met zijn taxi naar Utrecht waar ik de laatste trein naar Arnhem in kon stappen. Om drie uur sliep ik, vier uur later kon ik eindelijk Ida, Mia en Borre weer knuffelen. En Solange natuurlijk!
Reactie plaatsen
Reacties