
Op de eerste avond van de boekenweek vond in Tivoli Utrecht De Grote Taalshow Studium Generale plaats, waarop verschillende sprekers hun licht over taalgebruik lieten schijnen. Het ging over de ontwikkeling van het Nederlands, de taal van primaten, inclusieve en genderneutrale taal, hoe politiek het online woordgebruik beïnvloedt en andersom. Ik mocht de avond afsluiten met een ter-plekke-reflectie op de sprekers en een idee over hoe de over honderd jaar taal gebruiken (download de hele tekst hieronder).
Wij zullen elkaar nog wel verhalen vertellen rond het kampvuur,
maar niet langer met woorden;
dat doen we met kopjes en kroelen,
met hier en daar een miauwtje,
als klanknabootsing van vroegere intimiteit,
met spinnen en likken
uit ons staartbotje groeit onze staart terug
onder onze neus evolueren lange snorharen
we zullen op onze rug liggen
en elkaar ons zachte buikje aanbieden
we zullen elkaar vastpakken,
omarmen
en verhalen vrijen.

De volgende ochtend zag ik dat de stermagnolia's op uitbarsten staan. In de nog kale stammen van Park Angerenstein hoorde ik de spechten roffelen om hun angsten te bezweren. Er staan knoppen in mijn kweepeertwijgje. Nog even en de vorst is voorbij.
Reactie plaatsen
Reacties